Drie updates voor de dagelijkse praktijk

Voor zijn derde verjaardag organiseerde het Medisch Centrum Park Leopold (Chirec) een wetenschappelijke avond voor huisartsen. Drie veel voorkomende problemen werden besproken: de schildklierknobbel, de opsporing van prostaatkanker en gehoorstoornissen.

Het Medisch Centrum Park Leopold bestaat drie jaar. Een excellente gelegenheid om een wetenschappelijke vergadering voor huisartsen te organiseren.  

Schildklierknobbel: ruimte voor verbetering
Prof. Brigitte Velkeniers, endocrinoloog, herinnerde eraan dat men bij klinisch onderzoek bij  4 tot 7% van de mensen een schildklierknobbel ontdekt. In de VS waren er in 2013 22,4 gevallen per 100.000 inwoners bij vrouwen en 7,8 bij mannen. De vrouw-man verhouding voor kleine papillaire kankers (maximaal 2 cm) bedroeg 4,39:1. Te veel langzaam groeiende en dus laagrisicokankers worden behandeld, aldus de professor. De schildklierfunctie moet eerst worden geëvalueerd en er moet gebruik worden gemaakt van beeldvorming, gevolgd door stratificatiesystemen die informatie geven over de noodzaak van een biopsie met een fijne naald. De resultaten van de biopsie bepalen mede de beslissing om al dan niet te opereren. Als de keuze voor een operatie niet duidelijk is, kunnen moleculaire tests worden ingezet. De uiteindelijke keuze wordt gemaakt in overleg met de patiënt en de behandelende arts. Dankzij een betere selectie van de patiënten is het percentage daadwerkelijk aanwezige kankers in operatief verwijderde schildklieren de laatste tien jaar gestegen. Toch zijn er nog veel patiënten die geopereerd worden terwijl ze goedaardige knobbels hebben. Er is volgens professor Velkeniers zeker ruimte voor verbetering.

Opsporing van prostaatkanker
Dr. Kim Entezari, uroloog, sprak over de screening op prostaatkanker vandaag.  In België waren er in 2020 niet minder dan 9706 nieuwe gevallen. De belangrijkste risicofactoren zijn leeftijd, familiegeschiedenis en etniciteit (Afro-Amerikanen). De meest doeltreffende manier om deze kanker op te sporen is via een digitaal rectaal onderzoek (DRE) met PSA. Ongeveer 15% van de kankerpatiënten heeft namelijk een PSA < 4ng/ml. Om het gebruik van PSA te verfijnen, zijn varianten ontwikkeld: dichtheid, snelheid, vrij PSA, enz. De aanbevelingen voor screening zijn in de loop van de tijd veranderd, afhankelijk van de resultaten van grote studies. De moeilijkheid is dat de gemiddelde tijd tussen de ontdekking van vroege prostaatkanker en de dood zonder behandeling acht jaar bedraagt. In de praktijk is screening gericht op risicopatiënten. Er moet rekening worden gehouden met de leeftijd en de levensverwachting van de patiënt. De persoonlijke situatie van de patiënt, de procedures en de risico’s en voordelen ervan moeten worden toegelicht. Als de PSA-waarde van een patiënt verhoogd is, moet de test na een maand worden herhaald. In geval van bevestiging van een positief resultaat moet de patiënt naar de uroloog worden verwezen.

Gehoorverlies: nooit onschuldig
Dr. Klara Van Gool, KNO-arts, legt uit dat het aanmoedigen van patiënten om over hun gehoorverlies te praten en alert te zijn voor het probleem, veel leed kan besparen. Gehoorverlies is nooit ‘normaal’, ook niet na een bepaalde leeftijd. 

Uit  een verslag van de WHO blijkt dat een niet behandeld gehoorprobleem nefaste gevolgen kan hebben voor patiënten:

  • Verhoogd risico op burn-out, werkloosheid en vervroegd pensioen
  • Sociaal isolement en eenzaamheid
  • Depressie en slechtere levenskwaliteit: bij ouderen met cognitieve beperkingen is er een verband tussen audiometrisch gehoorverlies en de ernst van de symptomen van depressie. Bovendien is er een omgekeerd verband tussen het gebruik van hoortoestellen en de ernst van de symptomen.
  • Vroegtijdig optreden van dementie: door aanpassing van 12 risicofactoren kan tot 40% van de dementie worden voorkomen of uitgesteld. 
  • Moeilijkheden bij de communicatie met anderen

Het KNO-team van het Medisch Centrum Park Leopold beschikt over een Conebeam CT-scan. Deze ultramoderne apparatuur is ontworpen voor het onderzoek van het oor, de sinussen en de maxillofaciale sfeer.  Er wordt een grotere nauwkeurigheid bereikt, terwijl de dosis stralen lager is.