In de urgentiepsychiatrie zit de duivel in de details

Psychiatrische noodgevallen zijn moeilijk te behandelen. Elke situatie vereist een andere en aangepaste houding. Dat zei psychiater dr. Rodolphe Van Wijnendaele tijdens een Chirec- symposium in het Sint-Anna Sint Remi Ziekenhuis.

Dr. Rodolphe Van Wijnendaele definieert ‘red flags’ als “signalen die altijd moeten worden onderzocht, en zonder welke besluitvorming onmogelijk is”.

Suïciderisico: de juiste vragen
Elke patiënt met een psychiatrische stoornis is potentieel suïcidaal, en daarom moet de mogelijkheid altijd worden onderzocht op de spoedeisende hulp. De vragen aan de patiënt moeten duidelijk en nauwkeurig zijn: “Hebt u zelfmoordgedachten?” en niet “Hebt u ooit aan de dood gedacht? Onduidelijke vragen moeten worden vermeden, omdat ze alleen maar leiden tot antwoorden die niet kunnen worden geïnterpreteerd. Het gesprek houdt in dat je de gesprekspartner toont dat je tijd voor hem/haar hebt, en het is belangrijk om non-verbale taal op te pikken. Het is bijvoorbeeld cruciaal de patiënt aan te kijken wanneer men een delicate vraag stelt.

Als er sprake is van zelfmoordgedachten, is het nodig verder te peilen: “Heeft u een plan om uw ideeën in praktijk te brengen? Een vaag antwoord is niet genoeg. En als er in het verleden zelfmoordpogingen zijn geweest, is het de ernstigste poging die nader moet worden onderzocht, omdat het een goede indicator is van het risico op suïcide.

Hallucinaties, vooral wanneer ze verband houden met zelfmoord, moeten ook altijd worden onderzocht omdat het een heel zorgwekkende risicofactor is, vooral als de patiënt niet in staat is om afstand te nemen van deze ‘stemmen’ en geneigd is ze te gehoorzamen.

De geagiteerde patiënt: niets forceren
Voorzorgsmaatregelen zijn aangewezen bij de omgang met geagiteerde patiënten: ga niet alleen, zorg ervoor dat u altijd weg kunt en controleer de ruimte op potentieel gevaarlijke voorwerpen. Het is ook beter om zo nodig de veiligheidsagenten of de politie te bellen dan de held uit te hangen.

Een delirium met agitatie moet zeer ernstig genomen worden. Mogelijke organische oorzaken moeten eerst worden overwogen. Als er geneesmiddelen, drugs en of alcohol worden gebruikt, moet men zorgvuldig kiezen welk kalmerend middel eventueel wordt voorgeschreven. Als de patiënt bijvoorbeeld benzodiazepinen gebruikt, kan toevoeging daarvan de situatie verergeren. In dit geval zou een neurolepticum geschikter zijn.

Eenvoudige vragen kunnen leiden tot een diagnose. Vragen of de patiënt weet waar hij is en welke dag het is kan leiden tot een vermoeden van verwarring. De plaats en de oorzaak van een eerdere ziekenhuisopname kunnen interessante informatie geven over de achtergrond van de patiënt.

Bij schizofrenie zijn recente symptomen zorgwekkend. Weerstand tegen de behandeling, verminderd morbide bewustzijn, alcohol- of drugsgebruik, en een geschiedenis van agressief gedrag zijn risicofactoren voor auto- of heteroagressief gedrag.

Het is ook uitkijken voor het serotoninesyndroom, het neuroleptisch maligne syndroom en lithiumgebruik (meet altijd het lithiumgehalte  bij een patiënt die het gebruikt, gezien de ernstige en multipele gevolgen van mogelijke overdoses). Het somatisch onderzoek mag ook niet ontbreken.

Verslaving en de sociale dementie
Het gebruik van psychodysleptische middelen zoals alcohol of cocaïne verhoogt het risico op auto- of heteroagressie en moet daarom altijd worden geëvalueerd.

Men mag ook niet vergeten dat alcoholontwenning zeer gevaarlijk kan zijn. Daarom mag men de persoon die een delirium of intense manifestaties van zijn ontwenningssyndroom vertoont, niet laten vertrekken.

Bij het onderzoek wordt gezocht naar psychotische symptomen en organische problemen als gevolg van de verslaving. Sociale moeilijkheden zijn zowel risicofactoren als gevolgen van drugsgebruik. Er moet aandacht worden besteed aan psychiatrische comorbiditeit: depressie, bipolaire stoornis en schizofrenie.

Naast een specifieke behandeling moeten men altijd vitamine B1-supplementen geven bij alcoholverslaving, of in alle gevallen van ondervoeding om welke reden dan ook. Dr. Rodolphe Van Wijnendaele, psychiater, Chirec-ziekenhuisgroep, Sint-Anna Sint-Remi Ziekenhuis.

> Terug naar de nieuwsbrief