Covid-19 op de spoed: “Het leek wel oorlogsgeneeskunde”

In maart trad het ziekenhuisnoodprogramma in werking en was de covid-cirisis ook in de Chirec-ziekenhuisgroep een feit. Wij spraken met de dokters  Marie Vanhove, Joe Kadou en Soheil Zahir, verantwoordelijken van de spoeddiensten op de drie Chirec-sites.

“Begin maart kwamen de eerste covid-patiënten aan op de spoed in  Braine-l’Alleud waar al een triagetent opgesteld werd. Dankzij de hulp van iedereen kon voor elk probleem een oplossing gevonden worden. Elke dag om 9 uur, tot en met 15 juni, was er een overlegvergadering met de diensthoofden die betrokken waren bij de behandeling van covid-patiënten.”

“Toen het noodprogramma in werking trad in het Deltaziekenhuizen, creëerden we twee ruimten, een pre- en een posttriageruimte”, zegt dr. Joe Kadou. “De meeste patiënten hadden covid-19. Er was een globale daling van het aantal spoedgevallen, maar de patiënten waren er veel erger aan toe. In het triage-centrum werkte het verplegend personeel in ploegendiensten van vier uur met adequate beschermende kleding. Als de covid bevestigd werd, werd de patiënt doorverwezen naar het ziekenhuis en opgevangen door artsen en verpleegsters met dezelfde persoonlijke bescherming. Jezelf beschermen tegen potentiële covid-patiënten neemt heel veel tijd in beslag. Het aantal patiënten was dus kleiner, maar de werkdruk was groter. Vóór de crisis hadden we gemiddeld 140 patiënten per dag, met de crisis daalde dit aantal tot 80 of 90 patiënten per dag”, zegt dr. Joe Kadou. “Psychologisch werd het werk ook bemoeilijkt door de angst voor een mogelijke besmetting, maar ook vanwege de keuzes die gemaakt moest worden in de zorg voor patiënten. Voor sommige patiënten hebben we besloten niet hardnekkig te blijven behandelen, volgens de aanbevelingen van de overheid. We moesten ingrepen beperken op basis van leeftijd en comorbiditeit. Het leek op oorlogsgeneeskunde of rampengeneeskunde.”

Goed voorbereid
In het Sint-Anna Sint-Remi ziekenhuis zag men de bui ook hangen en werd de opvangcapaciteit verhoogd  omdat we ons aan een toevloed van patiënten verwachtten, zegt dr. Soheil Zahir. “Alles was op tijd klaar, maar het was natuurlijk ontzettend druk. We hadden geen tekort aan personeel, maar wel aan materiaal. We zijn een bescheiden ziekenhuis met een capaciteit van zeven bedden op Intensieve Zorg, maar we konden onze capaciteit wel verdubbelen. Die bedden waren snel bezet waardoor we patiënten moesten doorverwijzen naar andere ziekenhuizen.”

Al het personeel van de Chirec-ziekenhuisgroep kon getest worden. “We zitten in het nationale gemiddelde, namelijk 5% seropositief voor SARS-Cov-2. De PCR-test werd alleen uitgevoerd bij symptomatische personen. Geen enkele PCR-test was positief en niet één personeelslid moest opgenomen worden op de spoed”, zegt dr. Joe Kadou.

Solidariteit voorop
De twee artsen zijn opgetogen over de samenwerking  met het verplegend en verzorgend personeel. “Ik was zeer aangenaam verrast door de inzet en toewijding van de medische teams. We hebben echte solidariteit ervaren tussen verschillende beroepen en verschillende specialismen. Er was veel interactie met de andere ziekenhuisdiensten, maar het is een intense samenwerking die we dagelijks op prijs stelden, vooral met de intensive care, maar ook voor het eerst met de anesthesisten, wat heel aangenaam was”, zegt dr.  Zahir.

Excellente samenwerking met huisartsen
“Verder wil ik ook de uitstekende samenwerking met huisartsen benadrukken. Meestal werken we op afstand samen, maar tijdens de crisis kwamen ze bij ons werken en dat zal zeker heel positieve sporen nalaten voor toekomstige relaties met onze collega’s”, aldus de twee spoedartsen.

De situatie in Waals-Brabant is iets anders omdat de ‘provinciale ziekenhuizen’ meer directe banden hebben met huisartsen. “De gouverneur van de provincie Waals-Brabant vroeg om in samenwerking met huisartsen triageposten op te zetten. De kringen Waterloo en Eigenbrakel reageerden onmiddellijk. We waren permanent in dialoog en we voerden een systeem van armbanden in om de ernstigst zieke patiënten te identificeren. Ze zorgden ook voor telefonische follow-up van de patiënten omdat sommige patiënten met angst kampten. Ook op dat vlak waren huisartsen een grote hulp”, zegt dr. Marie Vanhove.

Lessen
De crisis is nog niet achter de rug, maar de drie spoedartsen trekken al lessen uit de voorbije periode. “Het aantal covid-patiënten begint te dalen, maar we nemen alvast de voorzorgen”, zo zegt de spoedarts van het Delta-ziekenhuis.

Voor de spoedarts van het Sint-Anna Sint-Remi ziekenhuis heeft de crisis,  hoe ernstig ook, ook kansen geboden. “Naast covid-patiënten kregen we eigenlijk alleen ‘echte’ spoedgevallen. Uit angst kwamen de patiënten zelfs niet meer rechtstreeks naar de eerste hulp. We zien hier een kans voor gedragsverandering. De afgelopen dagen zagen we wel noodsituaties ‘met vertraging’. We moeten sowieso waakzaam blijven omdat het virus nog steeds circuleert en we moeten werknemers blijven motiveren om zichzelf te beschermen”, zo besluit dr. Marie Vanhove.